Gele tomaat
Solanum lycopersicum
De gele tomaat benadert, vooral door zijn kleur, nog het meest de oorspronkelijke tomaat zoals ze in de 15de-16de eeuw door de Spaanse conquistadores naar Europa is gebracht.
Tomaten zijn afkomstig uit Latijns-Amerika, waar de voorvaderen van de Inca's en de Maya's kleine varianten kweekten. De conquistadores stuurden de planten met kleine gele vruchten naar Spanje.
De als giftig beschouwde planten werden als sierplant geteeld. Rond 1750 kwam men er in Italië en de Provence achter dat de gele vruchtjes, "pomo d'oro" of gouden appel in het Italiaans, eetbaar waren.
Door kruisen en selecteren kreeg de tomaat de rode kleur en vanaf 1850 is het een veelgebruikte groente in de Europese keuken.
PLANTEN
Jan
Feb
Ma
Apr
Mei
Jun
Jul
Aug
Sep
Okt
Nov
Dec
OOGSTEN
Jan
Feb
Ma
Apr
Mei
Jun
Jul
Aug
Sep
Okt
Nov
Dec
Meer informatie
Maak uw keuze
Algemeen
Teelttips
Problemen en ziektes
Oogst en bewaring
Momenteel bestaan er onwaarschijnlijk veel verschillende soorten tomaten, in alle maten, vormen en kleuren.
Er kan een onderscheid worden gemaakt tussen zaadvaste rassen en hybriderassen.
- De zaadvaste rassen zijn tot stand gekomen door middel van een jarenlange natuurlijke selectie door kwekers of liefhebbers. Het voordeel van deze soorten is dat er zelf zaad van kan worden gewonnen, (waardoor de zaden bovendien ook goedkoop zijn). Het nadeel is echter dat de uniformiteit van de planten en de vruchten soms te wensen overlaat en de productie doorgaans relatief laag is.
Deze rassen worden nog uitsluitend door amateurs gebruikt. Je vindt ze meestal in diverse kleinverpakkingen in de tuincentra. - Hybriderassen worden door gespecialiseerde zaadfirma's geproduceerd door kruising van verschillende zogenaamde "ouderlijnen". Deze rassen garanderen een veel grotere opbrengst en hebben zeer uniforme vruchten. De zaden zijn echter wel veel duurder, en er kan zelf geen zaad van worden gewonnen.
In de professionele tuinbouw worden uitsluitend hybriderassen gebruikt. Er verschijnen nog elk jaar nieuwe rassen op de markt met nog betere of andere eigenschappen: hogere productie, betere smaak, ronder, dikker, speciale vormen, kleuren,.. Deze rassen zijn niet vrij beschikbaar voor amateurgebruik. - Zaaien in goede zaaigrond bij 22°C
- de zaden licht afdekken en steeds voldoende vochtig houden
- Na +/- 10-12 dagen de goeie plantjes selecteren en verspenen in potjes met universele potgrond
- Temperatuur aanhouden van 18-20°C
- +/- 10 dagen later de potjes wijder uit elkaar zetten (16 potten/m²)
- Verder opkweken op 16-18°C
- Na +/- 18 dagen, meestal na het 9de gevormde blad, zal de eerste bloemtros verschijnen
- Als de planten ongeveer 40 cm groot zijn is het moment om te gaan uitplanten aangebroken
- Veel succes!
De beste garantie voor een goeie start van je teelt is goed plantmateriaal. Allégrow biedt U hiervoor een uitgebreid assortiment van verschillende types tomaten.
Onze planten zijn steeds warm opgekweekt en wij gebruiken alleen recente, hoogwaardige hybriderassen uit de professionele tuinbouw.
Het is echter onuitvoerbaar om van alle mogelijke soorten plantmateriaal op te zetten. Voor wie daarom zelf aan de slag wil alvast enkele nuttige tips:
Algemeen
- Tomaten kunnen zowel onder beschutting als buiten geteeld worden. Het is echter aan te raden om ze in een serre te kweken. De serreteelt zal een veel grotere oogst opleveren en mooiere vruchten geven. Een buitenteelt is bovendien veel gevoeliger voor ziektes.
- Om wortelproblemen te vermijden is een goede vruchtafwisseling noodzakelijk (1/4 jaar). Bij problemen met bodemmoeheid worden daarom best geënte planten geplant.
- Uitplanten kan vanaf het moment dat de bodem voldoende opgewarmd is. (liefst boven 15°C)
- In praktijk betekent dit dat meestal pas half april kan worden uitgeplant in de serre, in openlucht vanaf half mei. Bij een temperatuur lager dan 12°C zal immers een groeistilstand optreden.
- Vroeger planten betekent daarom niet dat je ook vroeger zult kunnen oogsten!
- Tomaten houden van een zonnige, warme standplaats
- De plant groeit op zowat elke grondsoort, zolang deze goed gedraineerd is en rijk aan organisch materiaal.
- Geef bij voorkeur aangepaste meststoffen, met voldoende Kalium. Dit zorgt voor smaakvolle, stevige vruchten met een mooie kleur. Te veel stikstof geeft te weelderige (blad)groei en problemen met de vruchtzetting.
- Streef naar een plantdichtheid van niet meer dan 2.5 planten/m² = plantafstand 80 x 50 cm.
- Zorg dat bij het planten de kluit +/- 1 cm boven de grond uitkomt. Plant de kluit zeker niet volledig onder de grond! Hierdoor vergroot de kans op voetrot.
- Geef direct na het planten ruim water, (liefst verwarmd tot +/- 20°C)
- Giet niet rechtstreeks aan de voet van de plant, maar in een uitgegraven goot of een ingegraven pot ernaast.
Steun
Tomatenplanten worden klimmend gekweekt. In een serre worden ze het best gesteund door een touw.
Maak het touw bovenaan goed vast aan de serreconstructie en zorg dat het stevig genoeg is, een plant met vruchten kan immers aardig zwaar wegen.
Draai de stengel regelmatig rond het touw zodat deze er rond groeit. (Er zijn tevens speciale clipsen verkrijgbaar om de planten aan het touw te bevestigen.)
In openlucht wordt meestal gewerkt met stokken of speciale kurkentrekker-vormige tomatensteunen.
Klimaat
Zorg voor een luchtig klimaat, zodat de plant vlot kan verdampen en groeien. Dit vermindert bovendien de kans op schimmelziektes.
Giet niet over de plant.
Bestuiving
Tomaten zijn zelfbestuivend. Dit betekent dat de bloempjes met stuifmeel moeten worden bevrucht om te kunnen uitgroeien tot tomaten. In de natuur doet de wind, of insecten dit werkje. In een hobby-serre wordt echter best een handje geholpen. Het is daarom aangeraden om elke 1-2 dagen de planten even te 'schudden'. Tik hiervoor even tegen de steunstok of het touw zodat het stuifmeel in de bloempjes los komt. Doe dit best na de middag.
Dieven
In ideale omstandigheden maakt een tomatenplant elke week 3 nieuwe bladeren en een nieuwe tros. In elke bladoksel verschijnt bovendien telkens een nieuwe scheut, 'dief' genoemd. Om te vermijden dat je een dichte en bossige plant krijgt met een slechte vruchtzetting en veel kleine vruchtjes moeten de dieven daarom wekelijks verwijderd worden. Neem ze tussen duim en wijsvinger en breek ze af. Doe dit tijdig, voor ze 10 centimeter lang zijn. Verwijder bovendien steeds de blaadjes die weleens aan het einde van een tros verschijnen.
Trossnoei
Om een gelijkmatige groei en productie te verkrijgen is trossnoei aan te raden. Laat met andere worden niet te veel vruchten tegelijk aan de plant.
Bij vleestomaten worden best maximaal vier tot vijf vruchten per tros uitgroeien. Bij trostomaten zeven tot acht, afhankelijk van de grootte van de vrucht. Bij kerstomaten is trossnoei overbodig. Verwijder bovendien eventuele misvormde vruchten in een vroeg stadium.
Blad plukken
Als de plant voldoende groeikracht heeft kunnen de onderste (vergeelde) bladeren verwijderd worden om een luchtiger klimaat te creëren. Verwijder maximaal blad tot onder de op dat ogenblik rijpende tros. Andere bladeren verwijderen is alleen zinvol bij een te weelderige groei (vb door overmatige stikstofbemesting) Pas vanaf september is het zinvol blad te verwijderen om de trossen bloot te maken en zo de extra zonnewarmte te benutten om de vruchten te laten rijpen.
Toppen
Normaal duurt de ontwikkeling van de vruchtzetting tot het afrijpen van de vruchten zo'n 6 (in de zomer) tot 8 weken (op het einde van de teelt). Aangezien het in de herfst steeds kouder wordt en verdere groei van de plant niet veel zin heeft kan je de groei beter tijdig stoppen zodat de plant nog voldoende energie heeft om de laatste vruchten te laten afrijpen. Dit kan het beste door de plant te toppen. Verwijder hiervoor het groeipunt boven de laatst bloeiende tros.
In de serre wordt best getopt voor eind augustus. Deze kan je dan oogsten eind oktober. In open lucht wordt best getopt na 5 trossen, of +/- eind juli.
- Neusrot: rotte plekken aan het uiteinde van de vruchten, doordat de plant te weinig vocht naar de vruchten kan voeren.
Dit is eigenlijk geen ziekte maar een gebreksverschijnsel
Oorzaak:- Te droge grond
- Een te zoute bodem
- Te sterk bemest (met meestal chemische meststoffen) te weinig kalk in de bodem
- Aardappelziekte, of tomatenplaag (phytophthera) ◦bruine vlekken op bladeren, stengel en daarna de vruchten
- Komt vooral voor bij warm en vochtige omstandigheden
- Preventieve maatregelen: niet bovenop gieten, voldoende verluchten (laat altijd een kier in de serre, ook 's nachts), vermijdt contact met aardappelen
- Oplossing: spuiten, vraag advies in uw tuincentrum
- Spint, witte vlieg, mineervlieg: vraag advies bij uw tuincentrum
Tomaten die aan de plant gerijpt zijn smaken het beste. Wacht echter niet te lang, de vruchten kunnen barsten of rotten.
Er mag uiteraard ook al vroeger geoogst worden, vanaf het moment dat de vruchten beginnen te kleuren. Leg de geplukte tomaten vervolgens op een luchtige plaats, eventueel met een stuk krant er op, ze zullen vanzelf doorkleuren.
Het plukken gebeurt best met de hand. Neem de vrucht in de handpalm en druk met de duim op het verdikte deel van het steeltje zodat de tomaat er af breekt. Hierdoor blijft tevens het kroontje aan de vrucht, wat de bewaring bevordert.
Bewaar tomaten best op een koele en goed verluchte plaats, (bij voorkeur 12°C) niet in de ijskast!.