Andijvie kan op vrijwel alle grondsoorten goed geteeld worden, zolang ze vochthoudend en voedzaam zijn. Geef best op voorhand een goede basisbemesting van bij voorkeur organische meststoffen.
De plantafstand is ruimer dan bij sla: 35 x 40 cm.

Plant de perspotten niet te diep, zet ze op de grond met ongeveer ½ van de kluit onder de aarde. Op deze manier verminder je het contact met de grond en wordt de kans op schimmelinfecties kleiner.

Voor een vlotte groei heeft andijvie tijdens de groei continu voldoende vocht nodig. Droogte kan leiden tot groeistilstand of doorschieten. Krulandijvie is extra gevoelig en kan daarenboven snel droogrand vertonen.

In het voorjaar en de zomer duurt de teelt tussen planten en oogsten ongeveer 10 weken. Wil je in het najaar andijvie kweken dan kan je planten tot eind augustus, alhoewel half augustus een betere keuze is. Oogsten rond eind oktober.

Een beetje nachtvorst kan geen kwaad, anders is afdekken aangewezen. Krulandijvie kan extra worden gebleekt door 3 dagen voor het oogsten het hart van de plant af te dekken, bv. met een aarden schotel.

Oogst andijvie tijdig, zeker in het voorjaar en de zomer, voor hij gaat doorschieten. Breedbladige andijvie oogst je als de krop goed gevuld is. Een gewicht van meer dan 1 kg is geen uitzondering.
Krulandijvie hou je best goed in de gaten, er kan zeker op het einde van de teelt snel droogrand verschijnen.
De buitenste groene bladeren van andijvie zijn meestal taaier en bitterder. De meeste mensen geven daarom de voorkeur aan de lichtgele malse kernbladeren.