Sluimerwt
Pisum sativum macrocarpon
Sluimererwten, ook wel peulen of sugar snaps genoemd, zijn een variëteit van de erwt met platte, brede peulen die in hun geheel gegeten worden, nog vóór de zaden ontwikkeld zijn.
De peulen zijn mals en sappig; de smaak is zoet maar milder dan die van gewone erwten.
PLANTEN
Jan
Feb
Ma
Apr
Mei
Jun
Jul
Aug
Sep
Okt
Nov
Dec
OOGSTEN
Jan
Feb
Ma
Apr
Mei
Jun
Jul
Aug
Sep
Okt
Nov
Dec
Meer informatie
Teelttips
Oogst en gebruik
Sluimererwten kunnen, net als erwten, goed koudere temperaturen verdragen en dus al vroeg geplant worden. Zet ze op een zonnige standplaats, beschut tegen harde wind. Ze houden van luchtige, goed doorlatende grond. Houd de bodem licht vochtig maar vermijd natte voeten.
Werk wat compost in de bodem, maar wees voorzichtig met overbemesting en stikstofrijke mest: te veel stikstof maakt de planten gevoelig en zorgt voor veel blad en weinig peulen. Als vlinderbloemigen produceren ze zelf stikstof via wortelknolletjes, waardoor ze de bodem verrijken.
Dit rankende gewas heeft ondersteuning (gaas of stokken) nodig; de hoogte kan variëren van 60 tot 150 cm, afhankelijk van het ras. Houd rekening met wisselteelt: zet ze niet elk jaar op dezelfde plaats, maar wacht drie tot vier jaar om ziektes te voorkomen.
De peulen worden in hun geheel gegeten, inclusief de jonge erwtjes binnenin. Deze knapperige groente is lekker rauw in salades of kort gestoomd of gewokt om de knapperige structuur en zoete smaak te behouden. Ze zijn niet weg te denken in de Aziatische keuken.
Vers geoogst zijn ze het lekkerst; in de koelkast zijn ze een paar dagen houdbaar. Eventueel kun je ze blancheren en invriezen voor langere bewaring.
In de handel wordt een verschil gemaakt tussen sluimererwt/peul en sugar snaps:
• Sluimererwt/peul → plat, heel jong geoogst
• Sugar snaps → dikkere variant, knapperig met meer erwtenvulling