Struikboon
Phaseolus vulgaris nanus maxi
Bonen komen van oorsprong uit Zuid-Amerika en behoren tot de familie van de vlinderbloemigen.
De vlinderbloemfamilie is, met ongeveer twintigduizend soorten, een van de grootste families van bloeiende planten. De familie komt over bijna de hele wereld voor.
Een boon, peulvrucht, is feitelijk het uitgegroeide vruchtbeginsel van een bloem dat zaden bevat.
PLANTEN
Jan
Feb
Ma
Apr
Mei
Jun
Jul
Aug
Sep
Okt
Nov
Dec
OOGSTEN
Jan
Feb
Ma
Apr
Mei
Jun
Jul
Aug
Sep
Okt
Nov
Dec
Meer informatie
Maak uw keuze
Teelttips
Problemen en ziektes
Oogst en bewaring
Bonen houden niet van mest maar wel van compost. Ze groeien op de meeste grondsoorten, zolang deze maar niet te zuur is. In dit geval moet je zeker kalk gebruiken.
Kies een zonnig plekje in de tuin, daar het warmteminnende planten zijn. Bonen verdragen absoluut geen nachtvorst. Wacht dus met het uitplanten tot na 10-15 mei.
Gebruik zoals gezegd flink wat compost bij het klaar maken van het perceel. Door struikbonen op verschillende tijdstippen uit te planten kan je de oogst spreiden.
Plant de bonen met een tussenruimte van 10 tot 15 cm, het liefst op een plekje waar een week of 2 eerder een stuk zwarte plastic over de grond gespannen is zodat de grond al wat opgewarmd is.
Omdat bonen niet van een te vochtige grond houden, moet je ook bij warm en droog weer slechts om de twee dagen water geven.
Bij bonen kunnen we nogal eens af te rekenen hebben met zwarte luis die de teelt volkomen doet mislukken. Tijdig passende maatregelen treffen hiertegen is zeker nodig. Contacteer hierover uw tuincenter.
Bonen pluk je best jong en mals.
In de zomer moet er zeker 2 keer per week geplukt worden. Regelmatig plukken zorgt voor een langere en rijkere oogst.
Het heerlijkst is om de geoogste bonen nog dezelfde dag te eten, maar je kunt ze ook een paar dagen op een koele plaats bewaren (liever niet in de koelkast want deze is eigenlijk net iets te koud).